Een tekst- of afbeeldingbericht opstellen en verzenden
1. Druk vanuit de standby-modus op
Menu
en selecteer achtereenvolgens
Berichten
,
Tekstberichten
en
Bericht opstellen
. OF druk vanuit de standby-
modus op .
2. Toets het bericht in (zie
Tekst intoetsen
op pagina
46
).
Bovenaan in het display ziet u de berichtlengte-indicator die vanaf 160
terugwaarts telt. Zo betekent 10/2 bijvoorbeeld dat u nog 10 tekens kunt
invoeren om de tekst als twee berichten te verzenden.
Het gebruik van speciale tekens (Unicode) zoals ë of á neemt meer ruimte in
beslag. Als uw bericht speciale tekens bevat, geeft de indicator de
berichtlengte mogelijk niet correct weer.
• Als u een afbeelding in het bericht wilt invoegen, drukt u op
Opties
en
selecteert u
Afb. invoegen
. De lijst met mappen in de
Galerij
wordt
weergegeven (zie pagina
117
). Ga naar de gewenste afbeelding, druk op
Opties
en selecteer
Invoegen
.
De afbeelding wordt aangeduid met de indicator
bovenaan in het
bericht. Als u de tekst en afbeelding samen wilt bekijken, drukt u op
Opties
en selecteert u
Bekijken
. Als u de afbeelding wilt wijzigen of uit het bericht
wilt verwijderen, drukt u op
Opties
en selecteert u de gewenste functie.
• Als u een sjabloon als basis voor het nieuwe bericht wilt gebruiken, drukt u
op
Opties
en selecteert u
Sjabloon invgn
. De lijst met sjablonen in de map
Sjablonen
wordt weergegeven. Ga naar de gewenste sjabloon, druk op
Opties
en selecteer
Invoegen
.
Menufuncties
63
Copyright
©
2003 Nokia. All rights reserved.
Zie ook
Sjablonen
in
Mappen voor tekst- en afbeeldingberichten
op
pagina
66
.
• Als u een telefoonnummer uit het telefoonboek wilt invoegen, drukt u op
Opties
en selecteert u
Nummer invoegen
. Druk op
Zoeken
of op
en ga
naar het nummer in het telefoonboek.
• Als u een naam uit het telefoonboek wilt invoegen, drukt u op
Opties
en
selecteert u
Contact invoegen
en de gewenste naam. Als u een
telefoonnummer of een aan een naam gekoppeld tekstitem wilt invoegen,
drukt u op
Opties
, selecteert u
Gegev. bekijken
en selecteert u het gewenste
nummer of tekstitem.
• Als u het bericht wilt opslaan in de map
Archief
of
Sjablonen
, of in een map
die u hebt gemaakt in de map
Mijn mappen
, drukt u op
Opties
en selecteert
u
Bericht opslaan
.
3. Druk op
Verzend.
of op
, toets het telefoonnummer van de ontvanger in (of
zoek het op in het telefoonboek) en druk op
OK
om het bericht te verzenden.
U kunt ook op
Opties
drukken en
Verzendopties
selecteren. Selecteer
•
Meer kopieën
om het bericht naar verschillende ontvangers te zenden. Ga
naar de eerste ontvanger en druk op
Verzend.
. Herhaal deze procedure voor
elke ontvanger. Wanneer u het bericht aan alle gewenste ontvangers hebt
verzonden, drukt u op
OK
.
•
Distributielijst
om het bericht te verzenden via een distributielijst. Zie
Distributielijsten
op pagina
81
.
Copyright
©
2003 Nokia. All rights reserved.
64
•
Verzendt profiel
om het bericht te verzenden met behulp van de instellingen
die u eerder hebt gedefinieerd. Zie
Berichtinstellingen
op pagina
77
voor
meer informatie.
Het verzonden bericht wordt opgeslagen in de map
Verzonden items
. Zie
pagina
66
voor meer informatie over de verschillende mappen voor tekst- en
afbeeldingberichten.
Opmerking: Wanneer u berichten verzendt, wordt de melding
Bericht verzonden
weergegeven. Hiermee wordt aangegeven dat het bericht is verzonden naar het
nummer van de berichtencentrale dat in de telefoon is geprogrammeerd. Dit wil
echter niet zeggen dat het bericht daadwerkelijk is aangekomen op de doellocatie.
Uw serviceprovider kan u meer informatie geven over SMS-diensten.